zondag 24 november 2013

Is er leven voor de dood?

Robin had er genoeg van. Het leven buiten is zwaar. Te zwaar. Elke dag weer opnieuw zwerft ze buiten rond. Blootgesteld aan wind en regen. Op zoek naar eten, en een schuilplaats voor de nacht. Ze moet eten vinden, voordat anderen het vinden en voor haar neus opeten. En intussen moet ze zich verbergen voor degenen, die het kwaad met haar voor hebben. Elke dag de strijd om te overleven. Dit is toch geen leven.

En nu worden de dagen ook nog korter en natter, en de nachten langer en kouder. Zo kan het niet langer.  Robin verlangt naar een vaste plek.  Een eigen plekje. Zou dat voor haar mogelijk zijn?

Robin kijkt naar het lange touw dat ze bij zich heeft. Haar enige bezit. Zou ze het durven? Zou ze het doen? Ach, erger dan nu, kan het niet worden.

dinsdag 23 juli 2013

Een normale reactie in een abnormale situatie

Mevrouw Dopper komt helemaal overstuur bij mij op het spreekuur. Ze is aangerand.

Ze snapt er niks van. Helemaal onverwacht greep hij haar ineens bij haar borsten. Ja, het was erg warm, en ja, ze droeg een laag decollette. Maar je verwacht dan toch niet dat iemand die je al jaren kent, met wie je samen dingen doet en deelt, je dan in eens beet pakt. Op de vereniging waar ze al jaren komt, waar mensen in en uit kunnen lopen. Bovendien is deze man een leeftijdgenoot, 60 plus, getrouwd, opa, en hij woont in de straat.

Bij aanranding denken mensen vaak aan een man die uit de bosjes springt en een vrouw van haar fiets trekt en betast, of ergere dingen doet. Maar verreweg de meeste aanrandingen en verkrachtingen worden gedaan door bekenden. Mensen die je vertrouwde. Op een plek waar je je veilig voelde.

Daarom was mevrouw Dopper zo overstuur. Niet alleen omdat er een man aan haar had gezeten. Maar vooral omdat ze de man die aan haar ging zitten, vertrouwde.
Ze is heel veel zekerheden kwijt! Als ik hem niet kan vertrouwen, wie dan wel? En kan ik nog wel naar de vereniging toe? Ben ik wel veilig in de straat? En wat kan ik wel en niet aantrekken?
En hoe moet ik hier mee om gaan? Moet ik naar een psycholoog? Heb ik medicijnen nodig?

Mevrouw Dopper zoekt hulp. Ze heeft het gevoel dat het helemaal niet goed gaat met haar. Maar in feite gaat het wel goed met haar. Haar reactie is eigenlijk heel normaal. De situatie is abnormaal. Maar ze toont een normale reactie in een abnormale situatie.

Wat mevrouw Dopper nodig heeft is niet psychologische diepgraverij. Ook medicijnen zijn niet nodig. Wat zij nodig heeft is iemand die naast haar staat, tijdens de periode dat ze dit verwerkt. Iemand die haar gerust stelt dat ze niet gek aan het worden is, maar dat haar reactie heel normaal is. Iemand die haar helpt het gebeurde een plek te geven. En weer een balans te vinden tussen mensen vertrouwen en voorzichtig zijn.

Dit keer mag ik die iemand zijn.
Iemand helpen. Dat is toch een normale reactie in een abnormale situatie?

zondag 21 april 2013

Het leven begint bij ... ?

Nederland vergrijst. Er zijn relatief steeds meer oude mensen, en minder jonge mensen. De mensen worden ouder. En er worden minder kinderen geboren. De leeftijdsopbouw van Nederland zou een driehoekige vorm moeten hebben. Op dit ogenblik lijkt hij meer op een huisje. Met het stijgen van de leeftijd gaan mensen steeds meer mankeren. Sommige ouderen zijn zwak en hulpbehoevend. En dan hebben ze vaker een dokter nodig. En dat is vaak waar ik in beeld kom.

Maar soms zijn er van die pareltjes.

Afgelopen week kwam er bij mij een dame op het spreekuur met pijn in haar schouders. Haar sportbegeleider denkt dat het komt door de oefening die ze thuis doet. Of ik het daar mee eens ben. Ze heeft een raamkozijn waar ze aan kan hangen. En daar trekt ze zich elke dag een paar keer aan op. Het bijzondere aan deze situatie is dat de dame in kwestie vierentachtig (84!) jaar oud is.
"Ja, uw klacht kan daar inderdaad mee te maken hebben."
 
Inwendig had ik een geweldige glimlach. Wat een geschenk als je zo oud mag worden.