Robin had er genoeg van. Het leven buiten is zwaar. Te
zwaar. Elke dag weer opnieuw zwerft ze buiten rond. Blootgesteld aan wind en
regen. Op zoek naar eten, en een schuilplaats voor de nacht. Ze moet eten
vinden, voordat anderen het vinden en voor haar neus opeten. En intussen moet
ze zich verbergen voor degenen, die het kwaad met haar voor hebben. Elke dag de
strijd om te overleven. Dit is toch geen leven.
En nu worden de dagen ook nog korter en natter, en de
nachten langer en kouder. Zo kan het niet langer. Robin verlangt naar een vaste plek. Een eigen plekje. Zou dat voor haar mogelijk
zijn?
Robin kijkt naar het lange touw dat ze bij zich heeft. Haar
enige bezit. Zou ze het durven? Zou ze het doen? Ach, erger dan nu, kan het
niet worden.
Langzaam maar zeker wikkelt Robin het touw om zich heen. Ze
begint onderaan, en draait het touw, ronde na ronde naar boven. Zorgvuldig legt
ze winding na winding precies tegen elkaar aan, totdat ze helemaal ingepakt zit.
Eindelijk, een eigen plekje! Waar weer en wind en vijand haar
niet kunnen bereiken. Ik kan weliswaar geen kant meer op, ik kan zelfs niet
meer bewegen. Maar het is wel MIJN plekje.
Hoe het verder moet weet Robin niet. Het doet er ook niet
toe. Hoe het was, zo kan ze niet verder.
Nu heeft ze in ieder geval haar eigen plekje. Robin doet haar ogen dicht in
afwachting van de dingen die komen gaan.
==
In mijn vak raad ik mensen regelmatig een verandering in hun leefstijl aan. Maar veranderen is moeilijk. Een pilletje slikken is makkelijker.
Bij veranderen laat je iets bekends los.
Je laat iets achter. Iets waar je aan vast zit, letterlijk en figuurlijk aan
gehecht bent. Het is een stukje van jezelf geworden. En dat stukje laat je los,
laat je afsterven.
En je weet nog niet wat er voor in de plaats komt. Je hebt
wel een idee, je hebt wel hoop, maar je weet het niet. Want het nieuwe is er
nog niet. Eerst moet het oude sterven …
==
Robin wordt wakker van het licht dat zich tussen de windsels
van het touw geperst heeft. Het voelt warmer. Hoe lang zou ze geslapen hebben?
Een paar uur? Een paar dagen? Ze voelt aan het touw om haar heen. Het is hard
en stug. Het lijkt wel of ze wekenlang, misschien wel maandenlang heeft
geslapen. En de windsels zijn aan elkaar vast geplakt. Ze kan er niet uit!
Robin realiseert zich dat ze wil leven. Ja, het leven is
soms nat en koud, onzeker en gevaarlijk. Maar het is wel leven. Ze kan wel in
haar veilige plekje blijven, maar dan zal haar leven verder stil staan, en
langzaam weg glijden. Wat eerst voelde als een beschermend huisje, is een gevangenis
geworden, die haar tegen houdt om te leven. Te leven zoals het leven bedoeld
is.
Robin begint te bonken tegen de binnenkant van haar gevangenis.
De windsels willen niet loslaten. Nog harder bonkt ze. En opeens is het er. Een kleine barst. De lichtstraal
die door die barst binnen dringt, geeft Robin weer hoop en energie. Met
hernieuwde kracht blijft ze bonken, totdat er meer barsten komen. De barsten worden
een gat. Het gat wordt een opening. Blij zuigt Robin de frisse lucht naar
binnen en kruipt uit haar harnas.
Uitgeput ligt Robin uit te hijgen naast haar… Ja, haar wat?
Ooit was het een veilig huisje, waar ze bescherming en veiligheid vond. Een
plek, die voor haar de boze buitenwereld tegen hield. Maar nu is het een gevangenis.
Een muur die haar belet om het goede in de buitenwereld te ontdekken. Ze kijkt
er naar, en daarna naar zichzelf. En ze kan zich nu al niet meer voorstellen,
dat ze daar ooit in had gezeten.
De zon komt hoger aan de hemel staan en de lichtstralen
verwarmen Robins huid. Robin zuigt de energie
van de zon op en strekt zich uit. Ze wil haar rug, rechten maar dat lukt niet helemaal.
Om haar heen gevouwen zitten twee vleugels, en de prachtige kleuren er van
maken Robin blij.
En toen wist Robin het. Zo is ze bedoeld. Hier is ze voor
gemaakt. Niet om opgesloten te zitten in een gevangenis, ook al had ze die voor
zichzelf gemaakt. Maar om te leven. Te leven zoals haar Schepper heeft bedoeld.
Haar huis had zijn werk gedaan. Nu was het tijd voor iets anders. Robin strekt
haar vleugels uit en fladdert omhoog. Het leven in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten