Robin had er genoeg van. Het leven buiten is zwaar. Te
zwaar. Elke dag weer opnieuw zwerft ze buiten rond. Blootgesteld aan wind en
regen. Op zoek naar eten, en een schuilplaats voor de nacht. Ze moet eten
vinden, voordat anderen het vinden en voor haar neus opeten. En intussen moet
ze zich verbergen voor degenen, die het kwaad met haar voor hebben. Elke dag de
strijd om te overleven. Dit is toch geen leven.
En nu worden de dagen ook nog korter en natter, en de
nachten langer en kouder. Zo kan het niet langer. Robin verlangt naar een vaste plek. Een eigen plekje. Zou dat voor haar mogelijk
zijn?
Robin kijkt naar het lange touw dat ze bij zich heeft. Haar
enige bezit. Zou ze het durven? Zou ze het doen? Ach, erger dan nu, kan het
niet worden.