De afgelopen twee dagen hebben we kinderen nagekeken op de theeplantages. Elke theeplantage hier heeft een dokter in dienst, die voor de werkers en de gezinnen moet zorgen. Zo'n 2000 mensen. 24 uur per dag. Daarvoor in ruil krijgt de dokter dan wel een mooi huis op de plantage, een auto, ws een leuk salaris, en ongetwijfeld gratis thee. Onder begeleiding en met hulp van de plantage dokter zagen we 's morgens de kinderen tot vijf jaar. Die gaan nog niet naar school en worden opgevangen in creches op de plantage (zodat de ouders kunnen werken). In de middag gingen we naar een school en keken daar de kinderen na, onder begeleiding van zowel de plantage dokter als de district medical officer (DMO). Onze DMO had zoals beloofd (zie vorige blog) de opkomst geregeld: eergister 220, en gister 170 kinderen. Inderdaad wel wat meer dan de eerste dag.
Het was flink doorwerken, maar het meeste energie kostte dat de dokters zich ook met de organisatie bemoeiden. De eerste dokter stond er op dat wij iedereen medicijnen voorschreven, en de tweede dokter wilde uitgebreid thee met ons drinken tussendoor en foto's maken. Wij, samen met de staf van de NCM, moesten daar op aanpassen en we konden niet zo makkelijk nog sturen. Maar goed, we hebben wel ons werk kunnen doen. En over de opkomst mogen we niet ontevreden zijn. De DMO beloofde ons nog een keer uit te nodigen voor een etentje bij hem thuis, dus hij zal ook wel tevreden zijn.
Vandaag hebben we weer een "ouderwetse" check-up gedaan, met alleen onze eigen staf. Een van de stafleden is predikant in een dorpje verderop, waar ook een CDC is. Dus hebben we daar een extra dag gepland (eigenlijk was vandaag een vrije dag.) De kinderen van dat CDC 10 km verder op, (net buiten het gebied van de district medical officer,) waren naar het plaatselijke kerkgebouw gekomen, om te worden nagekeken. Dus geen DMO, geen extra dokter, alleen onze eigen staf.
Bij onze aankomst zaten 120 kinderen in de kerkzaal te wachten en ons bij onze binnenkomst met hun bruine ogen verwachtingsvol aan te kijken. De staf had het allemaal al voorbereid en een mooie onderzoeksruimte gecreeerd. Het liep als een trein. In 3.5 uur hebben we alle kinderen gezien en zijn we voldaan in de tuk-tuk (een soort driewieler brommer met blik er om heen) al heen en weer schuddend voor de lunch naar huis getuft: 50 minuten door prachtig heuvelachtig landschap bij zo'n 22 graden, is niet echt een straf. Zoals vandaag hadden we ons ons werk hier voorgesteld.
In de middag hebben we wel even een tuk-tukkie gedaan. We merken dat we minder energie hebben. Dit heeft ws ook te maken met de hoogte (1200 meter). En we moeten natuurlijk ook wennen aan het nieuwe klimaat, de nieuwe mensen en het andere eten. Het is een groot verschil met Bangladesh.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten