Tot nu toe hebben we elke dag een CDC bezocht. We hebben nu op zeven 7 CDC's 65-100 kinderen per CDC nagekeken. De Bengalese staf die met ons mee gaat weet al precies hoe we alles ingericht willen hebben en leggen dat uit aan de plaatselijke staf. Helaas worden onze begeleiders over een week afgelost. Maar in ieder geval weten wij nu zelf waar we op moeten letten bij het organiseren van de onderzoeken.
Vier keer hebben wij bijzondere meekijkers gehad bij de onderzoeken: village doctors. In de dorpen hier functioneren getrainde gezondheidswerkers die een beperkt aantal ziektebeelden behandelen. We hebben met een van die village doctors uitgebreid gesproken. Hij heeft een training gehad van een half jaar, van de ochtend tot in de avond meekijken met de (echte) dokter die ze opleidt. Een beperkt aantal diagnoses kan hij stellen en hij heeft weet welke medicijnen daarvoor nodig zijn. Hij heeft ook een beperkte medicijnvoorraad. Op de verkoop daarvan maakt hij een beetje winst. Deze village doctor had een verzorgingsgebied van zo'n 6 dorpen, en vertelde dat hij 50-60 mensen per dag zag. Ik weet niet of dat standaard is, maar hij kon hier van leven. Systematisch een kind nakijken, dat hadden ze nooit geleerd. Maar ik moet zeggen dat ze bij (huid)afwijkingen meestal wel de goede diagnose stelden (of in ieder geval dezelfde als Han). We hebben ze veel laten oefenen, dingen uitgelegd (via een vertaler) en vragen beantwoord. Ze vonden het allemaal erg leerzaam om met ons mee te kijken (dat zeiden ze althans). Hopelijk draagt dit ook bij aan een verbetering van de gezondheidszorg in de plattelandsgebieden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten